Alles voor onze Tuinvogels!
- Voor 17 uur besteld morgen in huis!*
- Persoonlijk & deskundig advies
- Al 13 jaar een begrip!
Bestel alles voor de buitenvogel/Tuinvogel eenvoudig en snel bij DRD Knaagdierwinkel!
Buitenvogels zijn dieren van ons allemaal en ze kunnen onze hulp goed gebruiken! Waar we vroeger de vogels alleen in de winter ondersteunen, is dat nu bijna het hele jaar nodig. Dit komt doordat er minder insecten zijn, wij veel meer bebouwd hebben en het natuurlijke leefgebied van veel vogels krimpt.
In de lente en zomer zijn eiwitten nodig voor de buitenvogels
Vogels zijn in de lente en zomer druk druk met het bouwen van nestjes en het grootbrengen van hun kroost. Ze hebben in deze periode meer eiwitten nodig om aan te sterken en op energie te blijven voor de jongen. Tijdens het broedseizoen hebben vogels meer eiwitten nodig. Dat kan in de vorm van: Gedroogde meelwormen, Gedroogde Vlokreeftjes, Gedroogde Sprinkhanen, Gedroogde insectenmix, Gedroogde Zijdenrupsen.
In de winter is vet nodig voor de buitenvogels
Voor de winter hebben buitenvogels vet nodig om een speklaagje te kweken. Dit speklaagje beschermt de dieren tegen de kou. Het is goed om al eind september/oktober te beginnen met vette zaden zodat de dieren zich optimaal kunnen voorbereiden op de winter.
Wat mag je niet voeren aan buitenvogels?
Hoe verleidelijk het ook is, buitenvogels mogen geen menselijke etensrestjes krijgen. Buitenvogels hebben een specifieke voedingsbehoefte die niet overeenkomt met ons eten helaas. Ook brood of melkproducten zijn niet geschikt voor buitenvogeltjes.
Hoe maak je de Nederlandse tuin tuindiervriendelijk?
Veel Nederlandse tuinen zijn betegeld en hebben schuttingen. Vaak wordt er ook met gif gespoten. Dat zijn allemaal omstandigheden waarin tuindieren zich niet thuis voelen en ver weg zullen blijven. Dat is zonde want alle tuinden van Nederland bij elkaar vormen een gebied dat vijf keer zo groot is als de Oostvaardersplassen. Gelukkig maken steeds meer mensen hun tuin tuindiervriendelijk! Wat vaak wel een uitdaging hierbij is, is het "hoe". Hoe maak je, je tuin tuindiervriendelijk? Daar helpen wij graag bij!
Vogels en andere dieren met voedsel lokken
We kennen allemaal de vetbollen die in de winter buiten gehangen worden voor de vogels, maar wist je dat vogels ook op een natuurlijke manier bijgevoerd kunnen worden door middel van:
Bloemen: Vogels eten dan wel geen bloemen, maar ze eten wel de insecten die op de bloemen afkomen en later eten de vogels de zaden die van de bloemen vallen.
Struiken en boompjes die fruit, besjes of noten geven.
Een grasveld waar de vogels larven en wormen kunnen vinden
Bladeren die zijn afgevallen niet opruimen. Er zit veel leven onder de bladeren zoals insecten, wormen, kevers, die allemaal gegeten worden door de vogeltjes
De tuin veilig maken voor vogels
Schuilplekken zijn heel belangrijk voor vogels. De dieren moeten kunnen schuilen voor roofdieren zoals katten of sperwers. Een schuilplaats kan heel natuurlijk zijn, bijvoorbeeld een dichte plant, struik of klimop zijn perfect!
Help vogeltjes tijdens het nestseizoen
Vogeltjes maken nestjes. Elke vogel heeft daar zijn eigen manier en plek voor, maar wij kunnen de vogels hier heel goed bij helpen door ze bijvoorbeeld een nestkastje aan te bieden. Op deze manier kunnen de vogeltjes hun nestje op een plek maken die zeer veilig is en kunnen ze elk jaar weer terugkomen naar dezelfde plek. Niet alle vogels zullen hun intrek nemen in een nestkastje, het zijn de zogenaamde "hollenbroeders" die dat wel doen.
Elke vogel heeft zijn eigen wensen als het gaat om het nestkastje en de invliegopening
Onze huizen zijn tegenwoordig mooi strak afgewerkt en kieren en gaten zijn eigenlijk bijna niet meer te vinden, dat geeft ook een uitdaging voor de vogels, want ze kunnen zich niet meer in en nabij het huis nestelen.
De grootste kans van slagen heeft een nestkast die op het "Noordoosten" hangt.
Dan waait en regent het niet zoveel naar binnen namelijk. Hang de nestkast ook nooit in de volle zon, daar houden de vogels niet van omdat het dan te warm wordt. Je moet ook zorgen voor een vrije aanvliegroute, dus geen obstakels direct voor de ingang van het nestkastje. In de herfst als het nestkastje niet meer gebruikt wordt door de vogels is het goed om deze schoon te maken met kokend heet water.
Veel verschillende vogels aantrekken door veel variatie
De meeste tuindieren trek je aan door veel variatie in je tuin of balkon aan te brengen. Een mooie bijkomstigheid is dat je niet alleen veel tuindieren trekt, maar ook insecten, bijen en vlinders, dat zorgt weer voor een mooie diversiteit. Het beste is de tuin in laagjes te bekijken. Bodembedekkers, halfhoge planten en dichte struiken of boompjes. Als je echt gek wilt doen en de dieren helemaal gek wilt maken, plant dan een bessenhaag, dan heb je feest in je tuin! Maar ook verschillende soorten struiken achter elkaar die op verschillende momenten van het jaar in bloei zijn doen het heel goed en je hebt op meerdere momenten van het jaar veel dieren in de tuin.
Een paar goede voorbeelden zijn: Gelderse Roos, Liguster, Vuurdoorn, Sleedoorn, Vlier en Kardinaalsmuts.
- Maak van je tuin of balkon een vogelparadijs!
- Hang of plaats of schroef (aan de reling) een mooie waterschaal
- Plaats potten of bij meer plaats een moestuinbakje met bloemen of kruiden
- Plaats een kleine frambozen of andere bessenstruik in een pot
- Laat een klimplant groeien langs de erfscheiding of balkon
- Hang in de schaduw een nestkastje voor bijvoorbeeld pimpelmezen of koolmezen met een 3-in-1 huismussen nestkast onder de dakrand
- Hang een voersilo op, wij hebben hele leuke in onze buitenvogel categorie
Wat zijn de meest bekende buitenvogels die we in onze tuin terugzien?
De merel
De Latijnse naam voor de merel is Turdus merula. Terwijl een mannetje glanzend, diepzwart verenkleed en een oranje snavel heeft, is het verenkleed van het vrouwtje nogal onopvallend, namelijk subtiel grijsbruin. De volwassen merel is tot 25 cm groot en weegt ongeveer 110 gram. De woonplaats van de merel is in dichte klimplanten, maar ook in struiken en groenblijvende planten, maar ook in dichte bomen. Als voedsel houden merels van insecten, slakken, kevers, regenwormen, zaden, vruchten en bessen. Merels kunnen in het wild tot 9 jaar oud worden (dit is echter geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar omkomen).
De Koolmees
De Latijnse naam van de koolmees is Parus major. Het typische kenmerk van de koolmees is de gele buik met een zwarte verticale streep. Deze streep is bij het vrouwtje smaller dan bij het mannetje. Haar hoofd en keel zijn ook zwart, haar wangen zijn wit. De gele lichaamskleur van vrouwtjes is over het algemeen bleker dan die van mannetjes. Kenmerkend voor de pimpelmees: de pimpelmees draagt een witte "hoofdband". De koolmees is ongeveer 15 cm lang en weegt ongeveer 20 gram. Als verblijfplaats bouwen koolmezen hun nest graag in grotten. Ze accepteren ook graag nestkasten. Favorieten op de menukaart zijn insecten, spinnen, wormen, fruit en zaden met een hoog oliegehalte. In het wild kan de koolmees tot 10 jaar oud worden (Dit is echter geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar sterven).
Het Roodborstje
De Latijnse naam voor het roodborstje is Erithacus rubecula. Deze mollige vogel is direct herkenbaar aan zijn oranjerode kleur op de nek en borst. De zijkanten van de nek en borst zijn blauwgrijs. Zijn snavel is opmerkelijk smal. De grootte is maximaal 14 cm en het gewicht is ongeveer maximaal 19 gram. Het roodborstje bouwt zijn huis graag dicht bij de grond, in struiken en kreupelhout, maar ook in heggen, gaten in muren of holle boomstronken. Hij voedt zich het liefst met insecten, larven en fruit, slakken en spinnen, wormen en kevers. In het wild kan het roodborstje tot 11 jaar oud worden (Dit is echter geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar omkomen)
Het Winterkoninkje
De Latijnse naam van het winterkoninkje is Troglodytes troglodytes. Er zijn geen externe onderscheidende kenmerken tussen mannen en vrouwen. Beiden zijn gevederd in een roestbruine kleur. Het winterkoninkje houdt ervan zijn staart rechtop te dragen. Hij heeft ook een kleine, spitse snavel waarmee hij gemakkelijk insecten uit elke spleet kan vissen. Met een grootte van slechts 10 cm en een gewicht van 10 gram is het een van de kleinste vogels van Europa. Door zijn korte vleugels is hij niet een van de beste vliegers en springt daarom veel rond op de grond of in de struiken. Maar hij is een begenadigd en zeer hardwerkende (en ook luidruchtige) zanger. Als verblijfplaats bouwen deze vogels graag knusse en ronde nesten met een zachte binnenkant van veren en mos. Favoriete voedselbronnen zijn insecten, larven, spinnen, vliegen. In het wild kan het winterkoninkje tot 5 jaar oud worden (geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar omkomen)
De Zanglijster
De Latijnse naam van de zanglijster is Turdus philomelos. De rug van de zanglijster is bruin en zijn buik is crèmegevlekt. De lichaamslengte is tot 23 cm en hun gewicht tot 90 gram. Het bijzondere aan deze zanglijster is zijn melodieuze zang, die zelfs 's nachts te horen is. Als woonplaats geeft hij de voorkeur aan naaldbossen, evenals dicht kreupelhout. Hij bekleedt zijn nest graag met rotte stukken hout, vochtige aarde en leemachtige grond. De zanglijster is vaak te vinden in natuurlijke tuinen die veel insecten als voedselbron bieden. Als voedsel geeft hij de voorkeur aan insecten, larven, slakken, wormen. In het wild kan de zanglijster wel 14 jaar oud worden (Dit is echter geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar omkomen).
De Kraai
De Latijnse naam van de zwarte kraai is Corvus corone. Het hele verenkleed van de zwarte kraai is gitzwart en ongemarkeerd. Dit onderscheidt hem van zijn Oost-Europese tweelingbroer, de bonte kraai, die ook grijze veren in zijn verenkleed heeft. Ze zijn tot maar liefst 51 cm lang en wegen tot 670 gram.
Zwarte kraaien vestigen zich niet alleen in parken, tuinen en bossen, maar we kunnen ze zelfs vinden in de bebouwde kom in grote steden. Ze bouwen hun nesten in bossen, zowel in twijgen als ook in hoge bomen en verschillende masten. Hun voedsel bestaat uit insecten en wormen, slakken, larven, kleine gewervelde dieren. Ook houdt deze soort van fruit en zelfs van keukenresten.
In het wild kan de zwarte kraai tot 19 jaar oud worden (Dit is echter geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar omkomen).
De zwartkop
De Latijnse naam van de zwartkop is Sylvia atricapilla. Het verenkleed van deze vogel bestaat uit een bruingrijs bovenvlak. De rest van het lichaam is grijs. De bovenkant van de kop is zwart bij het mannetje en roestbruin bij het vrouwtje. En daarom lijkt het alsof deze vogelsoort een monniksmuts draagt. De zwartkop is ongeveer 13 cm groot en weegt ongeveer 20 gram. Het favoriete territorium van de zwartkop zijn halfschaduwrijke parken met veel struiken en natuurlijke tuinen. Hij bouwt zijn nest meestal dicht bij de grond in dichte struiken en bij voorkeur in brandnetels.
Naast bessen en fruit zoeken ze insecten, larven en spinnen als voedsel. Aangezien deze vogel graag het sap van de maretak eet, is het een van de maretakverspreiders.
In het wild kan de zwartkop tot 5 jaar oud worden (Dit is echter geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar sterven).
De Boomklever
De Latijnse naam van de boomklever is Sitta europaea. Zijn korte kop zit op een korte nek. Hij heeft een spitse en lange snavel en een korte staart. De kleur van zijn buik is roestbruin, zijn rug heeft een blauw verenkleed. Aan de buitenkant van zijn ogen heeft hij aan beide kanten een zwarte streep die op een masker lijkt. Kenmerkend voor de boomklever is dat hij langs een boomstam kan rennen om verborgen insecten uit de schors te vissen. Hij wordt tot 15 cm lang en weegt tot 25 gram. Als broedplaats neemt de boomklever graag hooggelegen oude nestholen over van andere vogels of nestelt hij in nestkasten, die hij bij de ingang meestal afsluit met klei. Vandaar de naam "Klever". Als voedsel geeft hij de voorkeur aan spinnen, insecten, boomzaden, beukennootjes. In het wild kan de boomklever tot 9 jaar oud worden (Dit is echter geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar omkomen).
De Huismus
De Latijnse naam van de huismus is Passer domesticus. Qua kleur verschillen mannetjes van de bleke, dofbruine aftekeningen van het vrouwtje en haar lichtbruine onderkant met een zwarte keel, lichte wangen en een asgrijze kleur bij de middenscheiding, evenals een bruin rugkleed. De mus heeft een relatief grote kop is tot 16 cm lang en weegt tot ongeveer 30 gram. Het huis van de huismus is te vinden onder dakpannen, in goten, in grotten, nissen, nestkasten of in spleten in muren en andere gebouwen. De mus vult zijn nest graag met veren. De huismus houdt van badderen. Het is daarom aan te raden om in de tuin of op het balkon voldoende grote vogelbaden neer te zetten. Als voedsel houdt hij van zaden en granen, fruit, bessen en insecten. In het wild kan de huismus wel 15 jaar oud worden (Dit is echter geen gemiddelde leeftijd, aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar omkomen).
De Europese Kanarie
De Latijnse naam van de Kanarie is Serinus Serinus. Het verenkleed van het mannetje is grijsgeel gestreept, de stuit, borst en voorhoofd zijn geel en de staart is gevorkt. De vrouwtjes zijn iets groter, bleker en bruiner. De grootte van een Europese Kanarie is ongeveer 11 cm, het gewicht is een delicate 13 gram. Het typische identificerende kenmerk van de Kanarie is zijn miniformaat (het is de kleinste inheemse vink) en zijn dikke, korte snavel. Deze vogel kreeg de bijnaam "glassnijder" vanwege zijn rinkelende, hoge zang. Deze vogel bouwt zijn nest het liefst in natuurlijke tuinen aan de rand van steden, meer bepaald in struiken, dichte coniferen en klimplanten. De Kanarie gebruikt graag gras, wortels, mos en dierenhaar om zijn nest comfortabel te maken. Als voedselbron zoekt hij naar wilde kruidenzaden, knoppen, jonge scheuten en vaste planten en in de zomer eet hij graag insecten.
In het wild kan de Europese Kanarie tot 5 jaar oud worden (Dit is echter geen gemiddelde leeftijd aangezien veel van onze wilde vogels in hun eerste levensjaar omkomen).