De tamme kleurmuis is afkomstig van de huismuis (Mus musculus). Muizen komen oorspronkelijk uit Azië, maar ze zijn dankzij de mens de hele wereld over gereisd en in alle uithoeken terecht gekomen. De band tussen mens en muis gaat al heel ver terug, want al voor de jaartelling werden deze slimme diertjes als huisdier gehouden.
Kop-romplengte: 6,5 tot 9,5 cm
Lichaamsgewicht: 20 tot 40 g
Levensverwachting: 2 tot 3 jaar
Muizen zijn actieve en nieuwsgierige dieren die vrij snel tam worden en aan hun verzorger wennen. Het zijn sociale dieren die samen gehouden moeten worden. Dankzij de lange staart zijn het ook nog eens goede klimmers en kunnen ze hun balans goed bewaren. Dit helpt ze ook om goed over de hand te kunnen lopen en doordat ze diepte zien, blijven ze ook op de hand zitten.
In West-Europa (Mus musculus domesticus) is de muis het hele jaar in gebouwen te vinden. Maar in Oost-Europa (Mus musculus musculus) ook in velden.
Muizen leven in kleine groepen
Een groep van meerdere vrouwtjes kan doorgaans probleemloos worden gehouden
Houd 1 gecastreerd mannetje met 1 of 3 - 4 vrouwtjes ongecastreerde mannetjes mogen niet samen worden gehouden (vechten voor de hiërarchie)
Tam en vertrouwd maken met de Muis
Lees je altijd goed in voordat je besluit Muizen te nemen. Het zijn hele leuke huisdieren die regelmatig wakker zijn, waardoor ze overdag ook te zien zijn. Dit kan vooral leuk zijn voor kinderen. Muizen zijn heel vriendelijk en nieuwsgierig. In het begin kunnen ze wel schuw en snel zijn. Als de muis eenmaal op de hand zit kan deze goed balanceren dankzij de lange staart, de dieren lopen behendig van de ene naar de andere hand of tussen de vingers door. Dit zorgt ervoor dat ze makkelijker te hanteren zijn in de handen dan bijvoorbeeld Gerbils of Hamsters.
Nieuwe bewoners moeten met name de eerste tijd rustig benaderd worden. De dieren moeten eerst vertrouwd raken met hun eigen verblijf, zich er veilig in voelen alvorens deze op mensen durven af te stappen. Natuurlijk zitten er ook durfals tussen die meteen op je aflopen en sociaal zijn, maar de meeste Muizen zijn toch wel een beetje schuw de eerste tijd. Geef de dieren de tijd en probeer rustig contact te maken door tegen ze te praten. Wat lekkers uit de hand geven werkt vaak ook goed om het vertrouwen van de dieren te winnen.
Tip! Muizen zijn dol op trosgierst!
Huisvesting van de Kleurmuis
Kleurmuizen zijn sociale dieren die samen gehouden moeten worden. In het wild leven ze in kolonies met vaak één dominant mannetje. De beste combinatie is een groepje vrouwtjes, mannetjes gaan snel ruzie met elkaar maken om de rangorde. Het is wel belangrijk dat de dieren op jonge leeftijd gekoppeld worden. Nieuwkomers worden op oudere leeftijd niet eenvoudig geaccepteerd.
Muizen hebben een ruim verblijf nodig van minimaal 75 x 40 x 40 cm voor twee dieren. Voor elk extra dier moet 20% extra grondoppervlak gerekend worden. Een goed verblijf geeft de dieren de mogelijkheid hun natuurlijke gedrag te vertonen. In het wild zijn muizen heel actief, dat willen ze in gevangenschap ook graag blijven doen, ze willen zich niet vervelen. De Muis heeft een uitgebreid verblijf nodig met veel speel en klimmogelijkheden. Dankzij de lange staart kunnen Muizen hun balans heel goed bewaren waardoor het geweldige klimmers zijn.
Hamsterscaping is ook erg leuk voor Kleurmuizen!
Bij ons thuis vertaald zich een goed muizenverblijf in een ruim verblijf met heel veel uitdaging en voldoende schuilplekjes. Hierbij is een terrarium de beste keus dankzij het gesloten karakter. Wel is het belangrijk dat een terrarium een goede ventilatie mogelijk maakt, dus bij voorkeur twee roosters heeft (boven en onder). Dit is met name in de zomer belangrijk als de temperaturen oplopen tot boven de 25°C.
Geef de Muizen geen zandbak. Zand is te stoffig voor de gevoelige luchtwegen van muizen.
Kleurmuizen kunnen slecht tegen hoge temperaturen in combinatie met een hoge luchtvochtigheid. Een optimale luchtvochtigheid voor Muizen ligt gemiddeld rond de 55%. Een temperatuur tussen de 20 - 24°C wordt aangeraden en een luchtvochtigheid onder tussen de 40- - 60%. Voor het meten van deze waarden kun je een hygrometer gebruiken.
Huisje voor een Muisje
Kleurmuizen hebben geluk! want heel veel huisjes die voor hamsters gemaakt worden hebben ook een goed formaat voor Muizen. Muizen zijn prooidieren en houden er niet van om open en bloot door het verblijf te lopen, als ze af en toe een schuilhuisje tegenkomen waar ze in weg kunnen schieten, voelen ze zich al een stuk veiliger. Muizen slapen graag samen, daarom moet minimaal één huis in het verblijf groot genoeg zijn om de hele groep onderdak te kunnen bieden. Daarnaast is één extra slaaphuisje of verstopplekje per Muis ideaal. De dieren vinden het prettig om samen te slapen, maar ze moeten eigenlijk ook een plekje hebben waar ze zich even terug kunnen trekken.
Ook grashuisjes zijn zeer natuurlijk voor Muisjes en vinden de dieren erg leuk omdat het een natuurlijk verstopplekje nabootst.
De urine van Muizen ruikt, net als die van Ratten sterker. De dieren markeren hun territorium door overal een druppeltje urine op achter te laten. Dat betekend dat onderdelen van het muizenverblijf snel kunnen gaan ruiken. Wij raden daarom aan om een "Urine Spray" te gebruiken voor onderdelen waar de urine in kan trekken.
Voor houten toebehoren kan het helpen om deze te lakken met blanke lak. Hiervoor mag niet zomaar lak uit de bouwmarkt gebruikt worden in verband met giftige stoffen. Een speciale lak voor dieren kan hier het beste voor gebruikt worden.
Bodembedekking voor de Muizen
Het is belangrijk dat de bodembedekking voor Muizen graafbaar is, dat wil zeggen dat ze er gangetjes en holletjes in kunnen maken, die bij voorkeur blijven staan. Dit kan bereikt worden door bodembedekking te kiezen die op zich al graafbaar is of bodembedekkers met elkaar mixen waardoor deze graafbaar zijn. Een voorbeeld van een graafbare bodembedekking is bijvoorbeeld de Humus en het Holenzand, maar ook Katoen & Katoen. Een leuke mix is bijvoorbeeld de mix van Katoen & Hennepvezel, Katoen & Houtvezel of een mix van Houtvezel, Hennepvezel en Hooi. Bodembedekkers als Back 2 Nature zijn niet geschikt want daar kunnen de dieren niet in graven. Een ideale hoogte van de bodembedding om in te graven ligt rond de 20 cm.
Muizen hebben net als Ratten gevoelige luchtwegen, de bodembedekking mag dus niet stoffig zijn.
Muizen zijn nestbouwers
Muizen zijn echte nestbouwers. Ook willen ze hun nestje graag bekleden met zacht nestmateriaal. Het maken van een nest behoort dus tot het natuurlijke gedrag van een Muis. Geef de Muisjes daarom altijd 15-25 gram nestmateriaal. Muizen nestmateriaal moet lekker zacht zijn, vocht absorberen en breekbare vezels hebben zodat de dieren er niet in verstrikt kunnen raken. Materialen als katoen, hennep, wc papier en hooi zijn ideaal.
Muizen voeding
Muizen zijn granivoren (zaadeters). De voeding van Muizen bestaat voornamelijk uit zaden en een klein beetje plantaardige voeding in de vorm van kruiden, maar ook dierlijke eiwitten. Muizen vangen in het wild kleine insecten daarom is het goed als hun voeding ook dierlijke eiwitten bevat.
De maag van de Muis is eenvoudig en de blindedarm en dikke darm zijn niet bijzonder goed ontwikkeld, hetgeen past bij dieren die in de natuur voornamelijk vezelarm voedsel eten, zoals zaden.
Een optimale voeding voor Muizen ziet er als volgt uit:
Ruw proteïne: 12,5-18 %
Ruw vet: 4-5 %
Ruwe vezels: 6-9 %
Calcium: 0,4 - 0,7 % - bij surplus aan fosfor is er risico op nierverkalking 0,3-0,4 % (Ca-F-verhouding: 1-1,5
Het percentage aan ruwe vezels in de voeding moet maximaal 10% zijn voor een optimale verteerbaarheid en opneembaarheid van de voeding.
Knaagmateriaal om de tanden te slijten
Kleurmuizen hebben een natuurlijke behoefte om te knagen. Dit komt doordat Muizen knaagdieren zijn en doorgroeiende snijtanden hebben. Het is voor Muizen dus noodzakelijk dat ze ergens op kunnen knagen om de tanden te slijten. Als Muizen te weinig mogelijkheden hebben tot het slijten van de tanden kunnen de tanden te lang worden of scheef gaan groeien met alle gevolgen van dien.
Knaaghout wordt door knaagdieren gebruikt om hun tanden te slijten. Omdat de tanden van knaagdieren altijd doorgroeien moeten deze regelmatig wat te knagen hebben zodat ze niet te lang worden en scheef gaan groeien.
De meeste Muizen knagen heel actief aan knaaghout. Het is echter wel een kwestie van smaak en anderzijds een kwestie van behoefte hoeveel de dieren eraan knagen. Als een Muis geen knaagbehoefte heeft omdat de tanden goed op lengte blijven door het voer, hooi of andere knabbels, dan zal hij minder aan knaaghout gaan knagen. Het is wel goed om altijd natuurlijk knaaghout aan te bieden zodat de dieren altijd kunnen knagen als ze knaagbehoefte hebben.
Tandproblemen bij Muizen
Als je merkt dat je Muis heel enthousiast het eten wil aanpakken, maar het vervolgens niet opeet, dan kan er iets aan de hand zijn met de tandjes. Ook kwijlen kan wijzen op tandproblemen. Bij het vermoeden dat er tandproblemen zijn kun je het beste contact opnemen met de dierenarts.
Voortplanting van de Kleurmuis
Kleurmuizen zijn sociale dieren, de hele groep bemoeit zich met de opvoeding van de jongen. De ouders zorgen voor de jongen totdat ze vanaf de 18e dag zelfstandig beginnen te worden.
Het vrouwtje is om de 4 - 9 dagen willig (bronstig) en paringsbereid. Dit duurt ongeveer 12 - 24 uur. Als op deze dagen een succesvolle paring heeft plaatsgevonden dan worden de jongen na ongeveer 24 dagen geboren.
Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is te zien aan de afstand tussen de geslachtsopening en de anus. Bij een mannetje is deze afstand groter dan bij het vrouwtje.
Geslachtsrijp: vrouwtjes na 4 - 5 weken
Fok rijp: vrouwtjes 12 weken
Worpaantal: 3-4 per jaar
Worpgrootte: 2 - 14
Draagtijd: 21 dagen
Geboortegewicht: 1,5 - 2 g, nestblijvers
Speentijd: vanaf week 3
Gezondheid van de Kleurmuis
De meest voorkomende gezondheidsproblemen zijn tumoren, obesitas en tandproblemen. Daarnaast hebben muizen gevoelige luchtwegen en zijn ze vatbaar voor kou en infecties aan de luchtwegen. Een tochtvrij verblijf is daarom erg belangrijk.
Wij adviseren regelmatig de tanden te controleren van de dieren om eventuele tandproblemen tijdig te ontdekken. Om problemen met de spijsvertering te voorkomen is een goede uitgebalanceerde en volledige gerbilvoeding van essentieel belang.
Het is niet nodig de dieren preventief te behandelen met anti-parasiet. Extra vitamines geven hoeft niet bij een volledige hamstervoeding.
Bij de volgende symptomen is het verstandig om een dierenarts te raadplegen:
Tandproblemen
Kwijlen, vochtige neus en ogen, uitstekende tanden, niet eten, vermageren, eten van vreemde materialen die zachter zijn dan de voeding.
Huid
Kale plekken, veel krabben, korstjes, wondjes, bobbels en knobbels
Overige
Nat en vies kontje, heel veel drinken, omvallen, lusteloosheid, andere vorm en kleur van de keuteltjes