Knaagdier en Konijnenmelk 200 gram voor Knaagdieren & Konijnen!

Tips en richtlijnen konijnen

Melkbereiding voor konijnen: Voeg 2 maatschepjes (9 gram) Beaphar Knaagdier- en konijnenmelk toe aan 15ml warm (50-60°C) water. Meng tot het volledig is opgelost. Laat de melk afkoelen naar handwarmte (35-38°C).

Dien de melk bij hele jonge konijnen toe met een voederspuit of pipet (ca. 1ml); oefen vooraf even om te kijken hoeveel voeding uit de spuit/pipet komt. Vanaf een paar dagen leeftijd/bij grotere konijntjes kan gebruikt gemaakt worden van een voedingsflesje. Zorg voor ieder gebruik dat de spuit of drinkfles hygiënisch schoongemaakt is.

Geef de voeding terwijl het konijn rechtop en iets schuin naar voren zit. Sommige konijntjes willen alleen maar drinken als je ze zachtjes in een doek wikkelt of de doek over hun heen legt.

Bij een te grote opening kan een dier zich verslikken, bij een te kleine opening zuigt het dier vaak lucht mee. Sommige konijntjes zijn heel gulzig en anderen drinken druppelsgewijs; pas de opening hierop aan. Controleer ook regelmatig of de opening niet verstopt zit. 

Steek de spuit / speen voorzichtig via de zijkant in de bek.

Kijk goed hoeveel het dier kan drinken. Stop direct met voeren als er melk uit de neus komt. De maag is dan vol of de melkstroom is te snel.

Weeg de dieren regelmatig om te controleren of het gewicht toeneemt.

Zorg voor een droge warme omgeving voor de jongen (bv. met een warmtebron zoals een warmtelamp of kruik).

Geef konijntjes vanaf het begin ook toegang tot hooi. Vanaf 15 dagen leeftijd mag je ze ook brokjes, zoals Care+ konijn junior, aan gaan bieden.

Tips en richtlijnen cavia's

Voeg 1 maatschepje (4,5 gram) Beaphar Knaagdier- en konijnenmelk toe aan 20ml warm (50-60°C) water. Meng tot het volledig is opgelost. Laat de melk afkoelen naar handwarmte (35-38°C).

Dien de melk bij hele jonge cavia's toe met een voederspuit of pipet (ca. 1ml); oefen vooraf even om te kijken hoeveel voeding uit de spuit/pipet komt).
Vanaf een paar dagen leeftijd/bij grotere cavia's kan gebruikt gemaakt worden van een voedingsflesje.
Zorg voor ieder gebruik dat de spuit of drinkfles hygiënisch schoongemaakt is.

Wikkel de cavia's zachtjes in een doek met het snuitje eruit om te voeden. Geef de voeding terwijl de cavia rechtop en iets schuin naar voren zit.

Bij een te grote opening kan een dier zich verslikken, bij een te kleine opening zuigt het dier vaak lucht mee. Sommige cavia's zijn gulzig en anderen drinken druppelsgewijs; pas de opening hierop aan. Controleer ook regelmatig of de opening niet verstopt zit. 

Steek de spuit / speen voorzichtig via de zijkant in de bek.

Kijk goed hoeveel het dier kan drinken. Stop direct met voeren als er melk uit de neus komt. De maag is dan vol of de melkstroom is te snel.

Masseer na de voeding zachtjes het buikje om de ontlasting te stimuleren.

Weeg de dieren regelmatig om te controleren of het gewicht toeneemt.

Zorg voor een droge warme omgeving voor de jongen (bv. met een warmtebron zoals een warmtelamp of kruik).

Cavia's mogen op 2 dagen leeftijd ook vaste voeding krijgen. Bied ze hooi of gras en als ze dat eten ook wat brokjes met een hoog ruwvezelgehalte, zoals Care+ Cavia, aan. Vanaf de 3e week kan de melkvoeding afgebouwd worden en kunnen ze volledig vaste voeding gaan eten.

Tips en richtlijnen chinchilla's

Voeg 1 maatschepje (4,5 gram) Beaphar Knaagdier- en konijnenmelk toe aan 20ml warm (50-60°C) water. Meng tot het volledig is opgelost. Laat de melk afkoelen naar handwarmte (35-38°C).

Dien de melk bij hele jonge chinchilla's toe met een voederspuit of flesje (oefen vooraf even om te kijken hoeveel voeding uit de spuit/pipet komt). Vanaf een paar dagen leeftijd/bij grotere chinchilla's kan gebruikt gemaakt worden van een voedingsflesje.Zorg voor ieder gebruik dat de spuit of drinkfles hygiënisch schoongemaakt is.

In het begin kun je de chinchilla zachtjes in een doek wikkelen met het snuitje eruit en liggend op de rug voeren. Op oudere leeftijd, kun je de voeding geven terwijl ze rechtop en iets schuin naar voren staan. Ook op oudere leeftijd vinden jonge chinchilla's het soms fijn om in een doek gewikkeld de melk te krijgen.

Bij een te grote opening kan een dier zich verslikken, bij een te kleine opening zuigt het dier vaak lucht mee. Geef de voeding druppelsgewijs; pas de opening hierop aan. Controleer ook regelmatig of de opening niet verstopt zit.

Steek de spuit / speen voorzichtig via de zijkant in de bek, geef een druppel en wacht tot de chinchilla deze op heeft voor u de volgende geeft.

Kijk goed hoeveel het dier kan drinken. Stop direct met voeren als er melk uit de neus komt. De maag is dan vol of de melkstroom is te snel.

Masseer na de voeding zachtjes het buikje om de ontlasting te stimuleren als de vader dit niet doet. De vader en soortgenoten die al in de kooi aanwezig zijn, zijn sowieso erg belangrijk omdat ze hier gedrag van zullen gaan kopiëren/leren.

Weeg de dieren regelmatig om te controleren of het gewicht toeneemt.

Een warmtebron is bij chinchilla's niet gewenst.

Chinchilla's mogen vanaf 21 dagen vaste voeding zoals hooi en Care+ Chinchilla krijgen. De brokjes kunt u weken in de melk. Vanaf 7 weken mogen ze volledig over op vaste voeding.

Tips en richtlijnen ratten

Voeg 2 maatschepjes (4,5 gram) Beaphar Knaagdier- en konijnenmelk toe aan 20ml warm (50-60°C) water. Meng tot het volledig is opgelost. Laat de melk afkoelen naar handwarmte (35-38°C).

Voordat je gaat voeden, moet de jonge rat (ritten) plassen en soms ook poepen. Stimuleer dit door met een vingertip over de buik en genitaliën te masseren.

Dien de melk bij hele jonge ratjes toe met een voederspuit of flesje (oefen vooraf even om te kijken hoeveel voeding uit de spuit/speentje komt).
Zorg voor ieder gebruik dat de spuit of drinkfles hygiënisch schoongemaakt is.

Wikkel de rittens zachtjes in een doek met het snuitje eruit om te voeden.

Bij een te grote opening kan een dier zich verslikken, bij een te kleine opening zuigt het dier vaak lucht mee. Voer druppelsgewijs; pas de opening hier eventueel op aan. Controleer ook regelmatig of de opening niet verstopt zit.

Steek de spuit / speen voorzichtig via de zijkant in de bek.

Kijk goed hoeveel het dier kan drinken. Stop direct met voeren als er melk uit de neus komt. De maag is dan vol of de melkstroom is te snel.

Masseer na het voeden nogmaals de buik en genitaliën voor de spijsvertering.

Weeg de dieren regelmatig om te controleren of het gewicht toeneemt.

Zorg voor een droge warme omgeving voor de jongen (bv. met een warmtebron zoals een warmtelamp of kruik).

Vanaf 14 dagen mag een ratje na de melkvoeding een schoteltje met melk aanbieden. Als ze het goed op kunnen nemen, mag je alles op een schoteltje geven. Ook mag je vanaf 14 dagen vaste rattenvoeding zoals Care+ Rat (eventueel fijn malen of laten weken in de melk) erbij aanbieden. Als ze goed vast voedsel eten, mag je vanaf 4 weken stoppen met de melk.

Tips en richtlijnen muizen

Voeg 2 maatschepjes (9 gram) Beaphar Knaagdier- en konijnenmelk toe aan 15ml warm (50-60°C) water. Meng tot het volledig is opgelost. Laat de melk afkoelen naar handwarmte (35-38°C).

Dien de melk bij hele jonge muizen toe met druppelpipet (oefen vooraf even om te kijken hoeveel voeding uit de spuit/speentje komt). Als alternatief kan ook een verfpenseel gebruikt worden. Doop het penseel in de melk en laat de muisjes de melk eraf sabbelen. Zorg voor ieder gebruik dat de pipet of penseel hygiënisch schoongemaakt is.

Wikkel de muisjes zachtjes in een doek met het snuitje eruit om te voeden.

Laat de muisjes de druppels van de pipet aflikken, of van de penseelharen afsabbelen.

Masseer na het voeden de anus en genitaliën om de ontlasting te stimuleren.

Weeg de dieren regelmatig om te controleren of het gewicht toeneemt.

Zorg voor een droge warme omgeving voor de jongen (bv. met een warmtebron zoals een warmtelamp of kruik).

Vanaf 12 dagen mogen muisjes overgezet worden op vaste muizenvoeding zoals Care+ Muis. Kijk of ze dit goed opnemen, voer ze anders melk tot ze goed vast voedsel eten.

Tips en richtlijnen hamsters

Voeg 2 maatschepjes (9 gram) Beaphar Knaagdier- en konijnenmelk toe aan 15ml warm (50-60°C) water. Meng tot het volledig is opgelost. Laat de melk afkoelen naar handwarmte (35-38°C).

Dien, afhankelijk van de maat, de melk bij hele jonge hamsters toe met een voederspuit, druppelpipet of flesje (oefen vooraf even om te kijken hoeveel voeding uit de spuit/speentje komt).
Zorg voor ieder gebruik dat materialen hygiënisch schoongemaakt zijn.

Wikkel de hamsters zachtjes in een doek met het snuitje eruit om te voeden.

Voer druppelsgewijs. Controleer bij een flesje ook regelmatig of de opening niet verstopt zit.

Steek de spuit / speen voorzichtig via de zijkant in de bek.

Kijk goed hoeveel het dier kan drinken. Stop direct met voeren als er melk uit de neus komt.

Weeg de dieren regelmatig om te controleren of het gewicht toeneemt.

Zorg voor een droge warme omgeving voor de jongen (bv. met een warmtebron zoals een warmtelamp of kruik).

Zodra de ogen open zijn, mag je ook vast voedsel erbij aan gaan bieden (bijvoorbeeld gemalen Care+) en vanaf 28 dagen mag de hamster volledig overgezet worden op vaste hamstervoeding zoals Care+ Hamster of Care+ Dwerghamster.

Tip en richtlijnen gerbils

Voeg 2 maatschepjes (9 gram) Beaphar Knaagdier- en konijnenmelk toe aan 15ml warm (50-60°C) water. Meng tot het volledig is opgelost. Laat de melk afkoelen naar handwarmte (35-38°C).

Dien de melk bij hele jonge gerbils toe met een voederspuit of flesje (oefen vooraf even om te kijken hoeveel voeding uit de spuit/speentje komt). Zorg voor ieder gebruik dat de spuit of drinkfles hygiënisch schoongemaakt is.

Wikkel de gerbils zachtjes in een doek met het snuitje eruit om te voeden.

Bij een te grote opening kan een dier zich verslikken, bij een te kleine opening zuigt het dier vaak lucht mee. Voer druppelsgewijs; pas de opening hier eventueel op aan. Controleer ook regelmatig of de opening niet verstopt zit.

Steek de spuit / speen voorzichtig via de zijkant in de bek.

Kijk goed hoeveel het dier kan drinken. Stop direct met voeren als er melk uit de neus komt. De maag is dan vol of de melkstroom is te snel.

Masseer na het voeden de anus en plasser om de ontlasting te stimuleren.

Weeg de dieren regelmatig om te controleren of het gewicht toeneemt.

Zorg voor een droge warme omgeving voor de jongen (bv. met een warmtebron zoals een warmtelamp of kruik).

Vanaf 21 dagen mag de gerbil overgezet worden op vaste gerbilvoeding zoals Care+ Gerbil.

Tips en richtlijnen degoes

Voeg 2 maatschepjes (4,5 gram) Beaphar Knaagdier- en konijnenmelk toe aan 20ml warm (50-60°C) water. Meng tot het volledig is opgelost. Laat de melk afkoelen naar handwarmte (35-38°C).

Dien de melk bij hele jonge degoes toe met een voederspuit of flesje (oefen vooraf even om te kijken hoeveel voeding uit de spuit/speentje komt). Zorg voor ieder gebruik dat de spuit of drinkfles hygiënisch schoongemaakt is. 

Wikkel de degoes zachtjes in een doek met het snuitje eruit om te voeden.

Bij een te grote opening kan een dier zich verslikken, bij een te kleine opening zuigt het dier vaak lucht mee. Voer druppelsgewijs; pas de opening hier eventueel op aan. Controleer ook regelmatig of de opening niet verstopt zit.

Steek de spuit / speen voorzichtig via de zijkant in de bek.

Kijk goed hoeveel het dier kan drinken. Stop direct met voeren als er melk uit de neus komt. De maag is dan vol of de melkstroom is te snel.

Masseer na het voeden de anus en genitaliën om de ontlasting te stimuleren.

Weeg de dieren regelmatig om te controleren of het gewicht toeneemt.

Zorg voor een droge warme omgeving voor de jongen (bv. met een warmtebron zoals een warmtelamp of kruik).

Vanaf 14 dagen mag de degoe overgezet worden op vaste degoevoeding zoals Care+ Degoe.

Bewaaradvies aangemaakte melk: Na bereiding kan de melk maximaal 24 uur in de koelkast bewaard worden. Voordat de melk gegeven wordt, verwarmen tot lichaamstemperatuur en goed schudden.