Mongoolse Gerbil Informatie

gerbilMongoolse Gerbil

De Mongoolse Gerbil (Meriones unguiculatus) wordt ook wel "woestijnrat" genoemd en dat komt omdat hij van nature in de woestijn leeft. De Mongoolse Gerbil is een vriendelijk en sociaal dier die in familiegroepjes leeft. In het wild leven de dieren in (half)woestijnen van Mongolië. 

Kop-romplengte: 10 tot 12 cm
Lichaamsgewicht: 70 - 130 gram
Levensverwachting: 3 - 5 jaar

Gerbils zijn hele actieve dieren die heel graag graven en knagen. Belangrijk is daarom dat het verblijf ingericht is op graven en dat alle onderdelen knaagvast (aluminium/metaal) of knaagbaar (hout) zijn. Kunststof kan bij deze dieren beter niet gebruikt worden.

Tam en vertrouwd maken met de Mongoolse Gerbil

Lees je altijd goed in voordat je besluit Mongoolse Gerbils te nemen. Het zijn hele leuke huisdieren die regelmatig wakker zijn, waardoor ze overdag ook te zien zijn. Dit kan vooral leuk zijn voor kinderen. Mongoolse Gerbils zijn heel vriendelijk en nieuwsgierig, maar het zijn geen knuffeldieren, ze vinden het niet prettig om vastgehouden te worden. Wel komen ze na een poosje graag op je hand om wat lekkers aan te nemen en maken ze actief contact met hun baasje. Mongoolse Gerbils zijn erg snel, hierdoor zijn ze soms lastig te hanteren, met name voor kinderen. Het is dus belangrijk dat er altijd een ouder aanwezig is die kan helpen en ondersteunen als kinderen de dieren hanteren.

Nieuwe bewoners moeten met name de eerste tijd rustig benaderd worden. De dieren moeten eerst vertrouwd raken met hun eigen verblijf en zich er veilig in voelen alvorens deze op mensen durven af te stappen. Natuurlijk zitten er ook durfallen tussen die meteen op je aflopen en sociaal zijn, maar de meeste Gerbils zijn toch wel een beetje schuw de eerste tijd. Geef de dieren de tijd en probeer rustig contact te maken door tegen ze te praten. Wat lekkers uit de hand geven werkt vaak ook goed om het vertrouwen van de dieren te winnen. 

Tip! Mongoolse Gerbils zijn dol op pompoenpitjes!

Huisvesting van de Mongoolse Gerbil

gerbilsMongoolse Gerbils zijn sociale dieren die samen gehouden moeten worden. In het wild leven ze in kolonies waarbinnen een strikte rangorde geldt. De beste combinatie bestaat uit twee dieren van hetzelfde geslacht, bijvoorbeeld twee mannetjes of twee vrouwtjes. Op jonge leeftijd zijn de dieren vrij eenvoudig te koppelen, maar op oudere leeftijd is dat een stuk lastiger. 

Mongoolse Gerbils hebben een ruim verblijf nodig van minimaal 100 x 50 cm voor twee dieren. Voor elk extra dier moet 20% - 25% extra grondoppervlak gerekend worden. Een goed verblijf geeft de dieren de mogelijkheid hun natuurlijke gedrag te vertonen. In het wild bouwen Gerbils prachtige gangenstelsels en dat willen ze in gevangenschap ook graag blijven doen. De Gerbil heeft een uitgebreid gangenstelsel. De burcht in het wild ligt op een diepte van ongeveer 1 meter. De diepte van de burcht hangt af van de omgevingstemperatuur. Als de temperatuur stijgt, dan gaat de gerbil dieper onder de grond graven om de koele aarde te bereiken, een soort natuurlijke airconditioning.

Hamsterscaping is daarom erg leuk voor Mongoolse Gerbils.

Bij ons thuis vertaalt zich dit in een ruim verblijf met heel veel graafmogelijkheden en een zandbak. Hierbij is een terrarium de beste keus dankzij het gesloten karakter. Wel is het belangrijk dat een terrarium een goede ventilatie mogelijk maakt, dus bij voorkeur twee roosters heeft (boven en onder). Dit is met name in de zomer belangrijk als de temperaturen oplopen tot boven de 25°C.

Een zandbak is belangrijk voor Gerbils; omdat het woestijnbewoners zijn, ontwikkelen ze snel een vettige vacht. 

Mongoolse Gerbils kunnen slecht tegen hoge temperaturen in combinatie met een hoge luchtvochtigheid. Het zijn van nature woestijnbewoners waardoor ze niet gewend zijn aan een hoge luchtvochtigheid. Een optimale luchtvochtigheid voor deze dieren ligt gemiddeld rond de 55%. Een temperatuur tussen de 20 - 24°C wordt aangeraden en een luchtvochtigheid onder de 70%. Voor het meten van deze waarden kun je een hygrometer gebruiken.

Huisje voor Mongoolse Gerbils

Mongoolse Gerbils hebben geluk! want heel veel huisjes die voor Hamsters gemaakt worden hebben ook een goed formaat voor Gerbils. Het zijn prooidieren en houden er niet van om open en bloot door het verblijf te lopen, als ze af en toe een schuilhuisje tegenkomen waar ze in weg kunnen schieten, voelen ze zich al een stuk veiliger. De beste huisjes voor Gerbils zijn meerkamer huizen. Het is belangrijk dat er een deel in een huis aanwezig is dat afgeschermd is voor daglicht. Ons advies is daarom om in ieder geval één meerkamer huisje in het verblijf te plaatsen en daarnaast nog één huisje per dier. Gerbils slapen graag samen, daarom moet minimaal één huis in het verblijf groot genoeg zijn om de hele groep onderdak te kunnen bieden.

Looprad voor een Mongoolse Gerbil

gerbilHet Gerbil looprad is een belangrijk onderdeel van de inrichting van het gerbilverblijf. Gerbils zijn actieve dieren die graag rennen. Een looprad geeft de dieren de mogelijkheid hun energie kwijt te raken. Het is wel belangrijk om stil te staan bij het looprad, want niet elk looprad is geschikt voor de Gerbil. Er dient rekening gehouden te worden met de lange staart, die mag nergens tussen komen, dus een geheel dicht looprad heeft de voorkeur, uiteraard moet het loopvlak voor alle dieren gesloten zijn. Ook zijn loopradjes met voorfrontjes niet geschikt.

Een looprad voor een Mongoolse Gerbil moet een diameter hebben van minimaal 28 cm en bestaan uit een dicht loopvlak.

Het kan een uitdaging zijn om het looprad in het verblijf te plaatsen vanwege de hoge bodembedekking, dit kan het beste op een stevig plateau zodat de dieren het niet omgraven. Met betrekking tot het materiaal heeft een metalen (aluminium, zeer hard kunststof) de beste overlevingskansen. Een houten looprad wordt meestal vrij snel aan geknaagd.

Bodembedekking voor de Mongoolse Gerbil

mongoolse gerbil in huisje met zandHet is belangrijk dat de bodembedekking voor Gerbils graafbaar is. Dat wil zeggen dat ze er gangetjes en holletjes in kunnen maken, die bij voorkeur blijven staan. Dit kan bereikt worden door bodembedekking te kiezen die op zich al graafbaar is of bodembedekkers met elkaar mixen waardoor deze graafbaar worden. Voorbeelden van graafbare bodembedekkers zijn bijvoorbeeld de Humus en het Holenzand, maar ook Katoen & Katoen. Een leuke mix is bijvoorbeeld de mix van Katoen & Hennepvezel, Katoen & Houtvezel of een mix van Houtvezel, Hennepvezel en Hooi. Bodembedekkers als Back 2 Nature zijn niet geschikt want daar kunnen de dieren niet in graven. Een ideale hoogte van de bodembedding om in te graven ligt rond de 30 à 40 cm. 

Zandbad voor Gerbils

Gerbils moeten altijd een zandbad tot hun beschikking hebben. De vacht van de Gerbil wordt snel vettig en moet daarom regelmatig verzorgd worden met een zandbad. Zand werkt ontvettend en daardoor ook verkoelend. Doordat zand ontvettend is werkt het dus ook uitdrogend. Dieren met huidproblemen mogen daarom geen zandbad krijgen. Als de huid door het zand te veel uitdroogt kan het gaan jeuken, waardoor de dieren nog meer gaan badderen. Het is dus belangrijk om het baddergedrag van de Gerbils in de gaten te houden en het zandbakje te verwijderen bij signalen van huidproblemen (rode plekken, kale plekken, korstjes, wondjes).

Gerbils willen een nest bouwen

Gerbils willen hun nestje bekleden met zacht nestmateriaal. Het maken van een nest behoort dus tot het natuurlijke gedrag van een Gerbil. Geef de Gerbils daarom altijd 15-25 gram nestmateriaal.

Gerbil nestmateriaal moet lekker zacht zijn, vocht absorberen en breekbare vezels hebben zodat de dieren er niet in verstrikt kunnen raken. Materialen als katoen, hennep, wc papier en hooi zijn ideaal.

Mongoolse Gerbils voeding

mongoolse gerbil met wilgenbrugGerbils zijn granivoren (zaadeters). De voeding van Gerbils bestaat voornamelijk uit zaden en een klein beetje plantaardige voeding in de vorm van kruiden, maar ook dierlijke eiwitten. Gerbils vangen in het wild kleine insecten daarom is het goed als hun voeding ook dierlijke eiwitten bevat.

De maag van de Gerbil is eenvoudig en de blindedarm en dikke darm zijn niet bijzonder goed ontwikkeld, hetgeen past bij dieren die in de natuur voornamelijk vezelarm voedsel eten, zoals zaden.

Gerbils die nog in de groei zijn eten ongeveer effectief tussen de 5 tot 6 gram droge voeding/dag of 8 tot 10 g voeding/100 g LG. Gerbils drinken ongeveer 4 tot 10 ml water/100 g LG/dag. De totale dagelijkse waterinname (inclusief water in voedsel en metabool water) wordt geschat op 8 tot 13 procent van het lichaamsgewicht.

Een optimaal eiwitpercentage voor Gerbils in de groei lijkt 16% te zijn. Een magnesium- of natriumtekort kan bij Gerbils kaalheid en stuiptrekkingen veroorzaken.

Het percentage aan ruwe vezels in de voeding moet maximaal 10% zijn voor een optimale verteerbaarheid en opneembaarheid van de voeding.

mongoolse gerbilOmdat gerbils van nature in droge gebieden voorkomen zijn ze erg zuinig met water. Gerbils drinken niet veel en produceren weinig urine. Ze moeten echter wel altijd vers en schoon drinkwater tot hun beschikking hebben.

Eiwit: Gerbils hebben behoefte aan dierlijke eiwitten. De voeding moet een eiwitgehalte van 14-15% bevatten. Dit kan aangevuld worden met bijvoorbeeld meelwormen als snack. Dierlijke eiwitten zijn essentieel voor een goede stofwisseling.

Vetten: De gerbilvoeding mag niet teveel vet bevatten. Een percentage tot 4% vet in de voeding is gewenst. Gerbils krijgen gemakkelijk overgewicht. Daarom is het belangrijk dat is niet meer dan deze 4% aan vet in de voeding zit.

Vezels: Het gehalte aan vezels in de voeding mag niet hoger zijn dan 7%. Gerbils hebben makkelijk verteerbare energie nodig omdat ze een snelle stofwisseling hebben. Dit wordt vooral gehaald uit zaden. Veel vezels leveren te weinig energie.

Calcium: De calcium:fosfor verhouding moet tussen de 1,1:1 en 1,5-1 liggen.

Snijtanden: Ze blijven steeds groeien waardoor het voer voor de nodige tandslijtage moet zorgen. Hardheid, grootte en type van voerpartikels zijn daarbij van belang.

Maag: De maag bestaat uit één kamer en wordt door een slijmhuid in een deel zonder klier en een deel met klier gescheiden.

Kleine Blindedarm: Gerbils hebben een kleine blindedarm. Daardoor kunnen ze ruwe vezels slechts in beperkte mate verwerken. Daarom is voer met een ruw vezelgehalte van minder dan 10% optimaal.

Dierlijke eiwitten: Granivore (zaadetende) dieren hebben dierlijke eiwitten nodig. De waardevolle aminozuren zijn belangrijk voor de celvernieuwing en diverse stofwisselingsprocessen.

Knaagmateriaal om de tanden te slijten

Mongoolse Gerbils hebben een zeer grote natuurlijke behoefte om te knagen. Dit komt doordat Gerbils knaagdieren zijn en doorgroeiende snijtanden hebben. Het is voor Gerbils dus noodzakelijk dat ze ergens op kunnen knagen om de tanden te slijten. Als Gerbils te weinig mogelijkheden hebben tot het slijten van de tanden kunnen de tanden te lang worden of scheef gaan groeien met alle gevolgen van dien.

Knaaghout wordt door knaagdieren gebruikt om hun tanden te slijten. Omdat de tanden van knaagdieren altijd doorgroeien moeten deze regelmatig wat te knagen hebben zodat ze niet te lang worden en scheef gaan groeien.

De meeste Gerbils knagen heel actief aan knaaghout. Het is echter wel een kwestie van smaak en anderzijds een kwestie van behoefte hoeveel de dieren eraan knagen. Als een Gerbil geen knaagbehoefte heeft omdat de tanden goed op lengte blijven door het voer, hooi of andere knabbels zal hij minder aan knaaghout gaan knagen. Het is wel goed om altijd natuurlijk knaaghout aan te bieden zodat de dieren altijd kunnen knagen als ze knaagbehoefte hebben.

Tandproblemen bij Gerbils

Als je merkt dat je Gerbil heel enthousiast het eten wil aanpakken, maar het vervolgens niet opeet, dan kan er iets aan de hand zijn met de tandjes. Ook kwijlen kan wijzen op tandproblemen. Bij het vermoeden dat er tandproblemen zijn kun je het beste contact opnemen met de dierenarts.

Voortplanting van de Mongoolse Gerbil

Mongoolse Gerbils zijn sociale dieren, beide ouders zorgen voor de jongen totdat ze vanaf de 18e dag zelfstandig beginnen te worden.

Het vrouwtje is om de 4 dagen willig (bronstig) en paringsbereid. Dit duurt ongeveer 12 uur. Als op deze dagen een succesvolle paring heeft plaatsgevonden dan worden de jongen na ongeveer 24 dagen geboren.

Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is te zien aan de afstand tussen de geslachtsopening en de anus. Bij een mannetje is deze afstand groter dan bij het vrouwtje. Daarnaast hebben mannetjes een zichtbare geurklier op hun buik.

Geslachtsrijp: vrouwtjes na 4-6 weken mannetjes na 6-7 weken
Fok rijp: vrouwtje s na 8 - 10 weken mannetjes na 10-12 weken
Worpaantal: 3-4 per jaar
Worpgrootte: 7 (max. 12) kleintjes per worp
Draagtijd: 15-18 dagen
Geboortegewicht: 2-3 g, nestblijvers
Speentijd: vanaf week 4

Gezondheid van de Mongoolse Gerbil

Mongoolse Gerbils zijn in het algemeen gezonde en sterke dieren. De meest voorkomende gezondheidsproblemen zijn tandproblemen, obesitas en epilepsie die op jonge leeftijd ontwikkeld kan worden. Een epileptische aanval wordt getriggerd door stress. De dieren liggen dan heel stil en plat op de grond, de snorharen trillen, oortjes klapperen, voorpootjes gestrekt en ogen bewegen snel.

Wij adviseren ook regelmatig de tanden te controleren van de dieren om eventuele tandproblemen tijdig te ontdekken. Om problemen met de spijsvertering te voorkomen is een goede, gebalanceerde en volledige gerbilvoeding van essentieel belang.

Het is niet nodig de dieren preventief te behandelen met anti-parasiet. Extra vitamines geven hoeft niet bij een volledige gerbilvoeding.

Dieren die te veel drinken en plassen kunnen een nieraandoening hebben of diabetes (suikerziekte).

Er komt helaas ook een voor mensen besmettelijke ziekte voor bij Gerbils, de Tizzer's Disease. Dit is een infectieziekte met Clostridium Piliforme. Je herkend dit doordat de dieren een ruwe vacht hebben, sloom zijn en op een plekje in het verblijf blijven zitten. De dieren vallen af en eten slecht of helemaal niet. Het is belangrijk dit tijdig te herkennen, want alleen een vroege behandeling kan de dieren redden. Jonge, oude en verzwakte dieren kunnen er vrij snel aan overlijden. De ziekte is ook besmettelijk voor andere knaagdieren, zoals hamsters, konijnen, ratten etc.

Bij de volgende symptomen is het verstandig om een dierenarts te raadplegen:

Tandproblemen

Kwijlen, vochtige neus en ogen, uitstekende tanden, niet eten, vermageren, eten van vreemde materialen die zachter zijn dan de voeding.

Huid

Kale plekken, veel krabben, korstjes, wondjes, bobbels en knobbels.

Overige

Nat en vies kontje, heel veel drinken, omvallen, lusteloosheid, andere vorm en kleur van de keuteltjes

gerbil webshop voor gerbil producten
uw gerbil verdient beslist een echte gerbil specialist

We hebben verschillende koekies voor knaagdieren, maar we hebben ook cookies die de website verbeteren! Vindt u dat goed? Ja Nee Meer over cookies »