De Fascinerende Relatie Tussen Muizen en een Plantensoort die Eén Keer per Eeuw Bloeit

Onderzoekers hebben verschillende factoren ontdekt die het gedrag van veldmuizen beïnvloeden, gebruikmakend van zaden van dwergbamboeplanten, een soort die slechts eens in de honderd jaar bloeit. Hun bevindingen wijzen niet alleen op de eerder ondergewaardeerde rol van muizen in het bosecosysteem, maar tonen ook aan dat ze kleine sasa-zaden opslaan voor later gebruik. Dit daagt een eerder model van muizengedrag uit.
Onderzoek naar Muizengedrag
Onderzoekers van de Nagoya Universiteit in Japan hebben nieuwe inzichten verworven in de interactie tussen planten die 'mastseeding' vertonen en de dieren die hun zaden consumeren. Hanami Suzuki en professor Hisashi Kajimura onderzochten het gedrag van veldmuizen met behulp van zaden van de eens-in-de-honderd-jaar-bloeiende sasa-bamboeplanten in centraal Japan.
Ze ontdekten dat de zaadgebruikspatronen van veldmuizen varieerden per soort (grote Japanse veldmuis, Apodemus speciosus, en kleine Japanse veldmuis, A. argenteus), de aanwezigheid of afwezigheid van ondergroei, boomsoorten (loofbos of naaldbos) en het seizoen (zomer of herfst). Deze bevindingen onderstrepen het belang van het begrijpen van de behoeften van zowel planten als dieren om de gezondheid van lokale ecosystemen te waarborgen. Bovendien ondermijnen ze een eerder geloof over hoe muizen zaden opslaan.
Mastseeding en het Voedselgedrag van Muizen
Dwergbamboe (Sasa borealis) vertoont mastseedinggedrag in brede gebieden. Dit betekent dat een plant collectief bloeit en zaad verspreidt in regelmatige intervallen om predatoren te overweldigen en de bestuivingspercentages te maximaliseren. Mastseeding-gebeurtenissen zijn echter zeldzaam, met intervallen tot 120 jaar. Maar wanneer ze plaatsvinden, biedt de resulterende overvloed aan zaden in het bos gemakkelijk beschikbare voedsel voor verschillende dieren, vooral voor knaagdieren zoals veldmuizen.
Om meer te begrijpen over het gedrag van veldmuizen tijdens mastseeding-gebeurtenissen, plaatsten de onderzoekers zaden in ondiepe gaasmanden om de massale bloei en zaadproductie te simuleren. Ze gebruikten vervolgens een automatische camera om het foerageergedrag van veldmuizen in verschillende bosomgevingen en in verschillende seizoenen vast te leggen.
Aanvankelijk, zoals verwacht, aten sommige muizen de zaden ter plaatse. Anderen vertoonden echter 'verspreidingsgedrag', waarbij ze zaden meenamen en deze voor later gebruik begroeven. Dit is een voorbeeld van een gedrag dat 'verwijdering en caching' wordt genoemd.
Verschillen in Gedrag tussen Muizensoorten
De twee muizensoorten gedroegen zich ook verschillend. De grote Japanse veldmuis consumeerde zaden op plekken waar planten en struiken bescherming boden tegen predatoren. Ze droegen ook zaden weg van gebieden waar ze kwetsbaarder waren, zoals open gebieden zonder vegetatie. De kleine Japanse veldmuis daarentegen droeg zaden vaker naar een andere locatie, zelfs wanneer er beschermende vegetatie aanwezig was. De onderzoekers vermoeden dat de verschillen in lichaamsgrootte deze gedragingen verklaren. Grotere muizen maken zich minder zorgen over andere knaagdieren die hun voedsel zouden kunnen stelen.
Seizoensgebondenheid en boomsoorten leken ook van invloed op hoe vaak de muizen de zaden aten. De knaagdieren waren waarschijnlijker om zaden onmiddellijk in de zomer te consumeren dan in de herfst, waarschijnlijk vanwege de beschikbaarheid van voedsel. Ook consumeerden ze zaden vaker ter plaatse in naaldbossen dan in loofbossen, opnieuw waarschijnlijk vanwege de beschikbaarheid van andere voedselbronnen. In loofbossen zijn alternatieve voedselbronnen, vooral eikels, in de herfst overvloediger, waardoor een muis zich kan veroorloven om zaden direct te consumeren.
De Rol van Muizen in het Ecosysteem
Muizen waren in de herfst ook meer geneigd om hun voedsel onmiddellijk in loofbossen te consumeren. Dit gedrag speelt een belangrijke rol in het verspreiden van zaden door het bos. Volgens Suzuki: "Bosbewonende veldmuizen spelen een belangrijke rol in de verspreiding en vernieuwing van bomen omdat ze fungeren als zaadverspreiders die zaden transporteren en opslaan. Dit suggereert dat we de relatie tussen de gelijktijdige zaadproductie van S. borealis en veldmuizen moeten heroverwegen. Dit kan ook van invloed zijn op de voedselkeuze met andere boomzaden en de voorspelling van bosvernieuwing en vegetatie-opvolging die daarmee samenhangt."
Suzuki legde uit dat "de gelijktijdige zaadproductie van sasa-soorten wereldwijd bekend staat om het veroorzaken van grote uitbraken van veldmuizen, die typische zaadeters zijn. Het is bestudeerd als een opvallend voorbeeld van de effecten van planten op dieren. Als zaadpredatoren kunnen de keuzes en gedragingen van muizen, zoals voeden of 'verwijdering en caching', leiden tot remming van bepaalde planten of hun vermogen om zich te regenereren verbeteren. Toen ik hiervan hoorde, werd ik echt geïnteresseerd in veldmuizen als een belangrijke soort voor de toekomst van bosecosystemen."
Conclusie
Er zijn veel studies gedaan naar de relatie tussen veldmuizen en zaden. De gevestigde theorie stelt dat grotere zaden, zoals kastanjes en eikels, onderhevig zijn aan verwijdering en caching, terwijl kleinere zaden sneller worden geconsumeerd. Onze resultaten toonden echter aan dat zelfs veel kleinere zaden, zoals die van Sasa borealis, die slechts ongeveer 0,025 g per zaad wegen, ook een doelwit zijn voor muizen. Daarom suggereert het verspreidings- en opslaggedrag van veldmuizen voor zaden zo klein als sassafras dat de gevestigde theorie herzien moet worden.
Kajimura concludeert: "Onze experimenten toonden aan dat veldmuizen rekening houden met de omgeving en de zaden van Sasa flexibel benutten. Aangezien dit soort gedrag van invloed is op de regeneratie van bomen, evenals op de ondergroei, tonen onze bevindingen de invloed van muizen op de complexiteit van het bosecosysteem aan."
Professor Hisashi Kajimura (hij) en doctoraatsstudent Hanami Suzuki (zij) zijn onderzoekers aan de Graduate School of Bioagricultural Sciences aan de Nagoya Universiteit, Japan. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Frontiers in Ecology and Evolution.
Reacties
Wees de eerste om te reageren...